27-01-2022
Door Wiene Bakker
Verschillende wadvogelsoorten, vooral soorten die schelpdieren eten, zijn de afgelopen decennia erg achteruit gegaan. De Scholekster is hier een goed voorbeeld van; het gaat niet goed met de Scholekster en vooral in de winter is hij erg afhankelijk van schelpdieren zoals kokkels en mossels. De veranderde beschikbaarheid van voedsel lijkt een van de belangrijkste oorzaken te zijn van deze negatieve trend. Daarom is het cruciaal om er achter te komen hoe de Scholekster reageert op veranderingen in voedselaanbod. De verbanden tussen hoogwatervluchtplaatsen, foerageergebieden en beschikbaar voedsel worden in een recente publicatie in het wetenschappelijke tijdschrift Estuarine, Coastal and Shelf Science beschreven.
Onderzoek met GPS zenders in vier regio's
Met GPS gezenderde Scholeksters maakten het mogelijk om nauwkeurig het verband tussen veranderingen in voedselaanbod en lokale populatiegrootten in de winter te onderzoeken. Met deze GPS-gegevens kon de connectie tussen hoogwatervluchtplaatsen (HVP’s) en foerageergebieden in detail worden berekend voor vier regio’s in de Nederlandse Waddenzee (figuur 1), iets wat eerder niet mogelijk was. Dit puzzelstukje konden we combineren met Scholekstertellingen en voedselbeschikbaarheidskaarten op basis van jaarlijkse bemonsteringen van bodemdieren in de Waddenzee.
Figuur 1. Overzicht van de vier onderzoeksregio’s en de beschikbare GPS-data.
Connecties tussen foerageergebied en hoogwatervluchtplaats
Als eerste werd de relatie tussen foerageergebieden en HVP’s onderzocht (figuur 2). Zoals verwacht was er een negatieve relatie tussen afstand en de sterkte van de connectie, wat betekend dat scholeksters minder gebruik maken van foerageergebieden die verder weg van de hoogwatervluchtplaatsen liggen. Interessant om te zien, was dat Scholeksters die rustten op dicht bij elkaar gelegen HVP’s soms nauwelijks gebruik maakten van dezelfde foerageergebieden.
Figuur 2. Connecties tussen HVP’s en foerageergebieden op het Oostelijke deel van Ameland (het gestreepte gebied is het vaste land van Ameland en de Friese kust, in grijs het droogvallende wad). Hoe dikker de pijlen zijn, hoe vaker de Scholeksters gebruik maakten van het betreffende foerageergebied als ze bij hoog water overtijden in het gebied waar de pijl vandaan komt. Zwakke connecties zijn niet getoond. In de cirkel staan drie dichtbij elkaar gelegen HVP’s, waarvan de oostelijke verbonden is met andere foerageergebieden dan de andere twee.
Bewegen Scholeksters over jaren mee met voedselbeschikbaarheid?
De connecties tussen foerageergebieden en HVP's kon worden gebruikt om in te schatten hoe de voedselbeschikbaarheid veranderde voor Scholeksters die overtijden op bepaalde HVP’s. Scholekstertellingen met hoogwater waren ideaal om er vervolgens achter te komen of de aantallen Scholeksters mee veranderden met de veranderingen in voedselbeschikbaarheid.
Het bleek dat op grove schaal -laten we eilandschaal zeggen- veranderingen in aantallen Scholeksters sterk correleerden met veranderingen in beschikbaar voedsel (figuur 3). Kokkels bleken de enige belangrijke voedselbron te zijn voor deze relatie in de Nederlandse Waddenzee. De fluctuaties in aantallen Scholeksters waren zo sterk, dat sterfte en aanwas van de lokale populatie niet de enige oorzaken konden zijn. We vermoeden dat de locatiekeuze van in Nederland overwinterende buitenlandse Scholeksters ook belangrijk is, omdat (met name adulte) Nederlandse Scholeksters erg trouw zijn aan hun overwinteringsgebied. Onze methode bleek sterkere correlaties te vinden dan een eenvoudigere methode die wordt gebruikt als geen GPS-data beschikbaar is en dus niet bekend is waar de met hoogwater getelde Scholeksters precies foerageren tijdens laagwater.
Figuur 3. De relatie tussen veranderingen in beschikbaar voedsel (kokkels) en veranderingen in aantallen scholeksters geteld tijdens hoogwater op eilandschaal. Per regio is elk punt een ander jaar.
Op fijnere schaal (deelgebieden binnen eilanden) was de relatie tussen veranderingen in beschikbaar voedsel en veranderingen in aantallen Scholeksters minder duidelijk. Waarschijnlijk spelen andere factoren (zoals verstoring en predatierisico) op deze schaal een belangrijkere rol bij de keuze van HVP.
Deze studie laat zien dat GPS-data erg waardevol zijn en dat Scholeksters op relatief grove schaal reageren op veranderingen in voedselaanbod, maar dat dat op fijnere schaal niet zo hoeft te zijn. Andersom werkt het ook: veranderingen in aantallen Scholeksters kunnen iets zeggen over veranderingen in de voedselbeschikbaarheid van de Waddenzee op grove schaal.
Publicatie:
Bakker W, Ens BJ, Dokter A, van der Kolk H, Rappoldt K, van de Pol M, Troost K, van der Veer HW, Bijleveld AI, van der Meer J, Oosterbeek K, Jongejans E & Allen AM. 2021. Connecting foraging and roosting areas reveals how food stocks explain shorebird numbers. Estuarine, Coastal and Shelf Science 259, 107458.
Link