24-08-2021
Dit voorjaar werd er in het noorden van Denemarken een geringde Scholekster waargenomen die in 2017 in de Eemshaven uit het ei kroop (Figuur 1).
Figuur 1. Life history van de Scholekster LB-GNOK.
De vogel (LB-GNOK) was dus ondertussen 4 jaar oud en zeker volwassen. Het is goed mogelijk dat de vogel in Noord-Denemarken op zoek was naar een partner en broedterritorium, of die misschien al gevonden had en zelfs gebroed heeft. De afstand tussen de plek van geboorte en mogelijke broedlocatie is hemelsbreed meer dan 500 km. Dat is uitzonderlijk, want uit het onderzoek op Schier krijgen we juist de indruk dat verreweg de meeste jonge Scholeksters op twee- of driejarige leeftijd terugkeren naar de plek waar ze zijn opgegroeid om te proberen daar een broedplek te vinden. Of LB-GNOK eerst is wezen kijken op de Eemshaven, of meteen besloten heeft zijn of haar geluk elders te proberen weten we niet.
Wat we ondertussen dankzij de vele gekleurringde Scholeksters wel weten is dat broeddispersie over grote afstanden vaker voorkomt. Andy Allen is in het kader van CHIRP druk bezig om de gegevens te analyseren, maar hij kan al een paar figuren delen. Zeker 13 Scholeksters hebben zich op grote afstand in Noordoostelijke richting van hun geboortegrond gevestigd (Figuur 2). Het gaat vaak om honderden kilometers, maar het record van LB-GNOK (die er niet bij zit, omdat we niet zeker zijn dat de vogel gebroed heeft) wordt niet gebroken.
Figuur 2. Als jong geringde Scholeksters die ver van hun geboortegrond zijn gaan broeden. De pijlen wijzen van de geboortelocatie naar de broedlocatie. Dit betreft uitsluitend (1) lange afstand dispersie in Noordoostelijke richting en (2) Scholeksters die met zekerheid tot broeden zijn gekomen.
Figuur 3. Kans dat een vogel in zijn geboortelocatie wordt gezien als functie van de leeftijd. De volgende opgroeigebieden worden onderscheiden: BinnenNord (binnenland Noord-Nederland), BinnenZuid (binnenland Zuid-Nederland), Delta (Deltagebied), Oostwad (oostelijke waddengebied), Waswad (westelijke waddengebied).
Uitgaande van de eerder onderscheiden grootschalige gebieden (Allen et al. 2019) is er ook gekeken naar het verband tussen de kans in een opgroeigebied te worden waargenomen en de leeftijd (Figuur 3). Vooral voor de binnenland vogels is de kans de eerste jaren erg klein, wat er op wijst dat vogels in de eerste jaren vaak aan de kust blijven. De vogels in de westelijke Waddenzee en de Delta lijken vaker in de buurt te blijven van de geboortegromnd, waarbij “in de buurt” wel makkelijk een afstand van vele tientallen kilometers tot de geboortegrond kan betekenen. Het is erg spannend om een beter beeld over broeddispersie te krijgen uit de verdere analyses en door jonge vogels te blijven ringen en aflezen.
Referenties
Allen AM, Ens BJ, van de Pol M, van der Jeugd H, Frauendorf M, Oosterbeek K, Jongejans E. 2019. Seasonal survival and migratory connectivity of the Eurasian Oystercatcher revealed by citizen science. The Auk 136(1), uky001.
Link Nieuwsbericht