Sinds 2016 meet ik jaarlijks op de zuid- en west- kust van Walcheren het broedsucces van de scholekster (zie onderstaande tabel). Ik volg gedurende het broedseizoen zoveel mogelijk paren in mijn directe omgeving (woon – werk). In 2018 was het broedsucces 0,15 jong per paar. Het hoogste broedsucces werd gemeten in 2017 (0,27 jong/paar).
Jaar
Aantal paar in steekproef
% paren succesvol
Aantal uitgevlogen jongen
Broedsucces (vliegvlugge jongen per paar)
2016
44
15,9
8
0,18
2017
51
19,6
14
0,27
2018
85
11,8
13
0,15
Ik maak onderscheid in broedhabitat: Landbouw, natuur en urbaan. De verdeling van de paren over de verschillende habitats is: 60% in landbouw gebied, 10% in natuurgebied en 30% in urbaan gebied. In het Noordervroon (= habitat natuur!) kwam in de afgelopen jaren nooit een jong groot. Scholeksters broeden daar graag op de duintjes net achter de zeedijk (voedsel!), wat dat betreft super plekjes, maar de legsels verdwijnen er altijd voordat ze uitkomen. In 2016 en 2017 kwamen er nog enkele jongen groot in het landbouwgebied maar in 2018 waren alleen de paren in het urbane gebied succesvol (zie onderstaande figuur). Dat zijn scholeksters die op daken broeden en op zeedijken die niet toegankelijk zijn. De meeste dakbroedende scholeksters zijn te vinden in Vlissingen nabij de sportvelden in de stad. In 2018 doken ineens nieuwe dakbroedende scholeksters op in de dorpen Zoutelande (1) en Westkapelle (2). Omdat een aantal vogels gekleurringd zijn weten we dat één van de partners van het paar in Zoutelande eerder op de grond had gebroed in Zoutelande. Ook in Vlissingen is een verhuizing vastgesteld van een (gekleurringd) paar dat vroeger meerdere malen succesvol op de grond broedde (urbaan) maar dat nu al twee jaar op een nabijgelegen dak broedt en dit jaar weer succesvol was. Het lage broedsucces in landbouwgebied (0,07 jong/paar) is zorgelijk omdat het grootste deel van de scholeksters nog steeds in het landbouwgebied blijft broeden. Overigens kwamen in 2018 in vergelijking met voorgaande jaren relatief veel legsels uit in het landbouwgebied maar overleefden de jongen het nergens. Vanwege de droogte?