De Buurdergrie op Ameland was een buitendijks gelegen stuk land ten oosten van Buren waar boeren hun vee konden laten grazen. In 1930 werden de grieën van Buren bedijkt, maar nog steeds vindt er vooral beweiding plaats. Jan de Jong, Paulus Brouwer en Tom Voortman doen er al vele jaren onderzoek aan de Scholeksters die er broeden. In tegenstelling tot veel weidegebieden elders in Nederland brengen de Scholeksters er regelmatig veel jongen groot. Het onderzoek spitst zich toe op gebied A, maar ook in gebieden B, C en D worden wel Scholeksters gekleurringd en afgelezen (Figuur 1).
Figuur 1. Onderzoeksgebieden in de Buurdergrie op Ameland.
Het jaar 2018 werd gekenmerkt door bijzondere weersomstandigheden. In december 2017 en januari 2018 was het relatief warm, maar in februari werd het kouder en in maart waren er maar liefst 11 vorstdagen en zelfs nog 2 ijsdagen (temperatuur hele dag onder nul). Op 19 maart lag er nog ijs in de Waddenzee (Figuur 2).
Figuur 2. Winterse omstandigheden op 19-03-2018 op de hvp bij de oude steiger op Ameland. Foto Tom Voortman.
Overleving
Ondanks die late winterkou was er geen sprake van een duidelijk verhoogde sterfte. Van 128 in 2017 nog levende gemerkte broedvogels uit gebied A werden er slechts 6 niet gezien in 2018, een sterfte van 5%. Van 86 in 2017 nog levende gemerkte broedvogels uit de gebieden B, C en D werden er ook slechts 6 niet gezien in 2018, een sterfte van 7%. En dit zijn maximum schattingen van die sterfte, want een vogel die niet gezien wordt hoeft niet altijd dood te zijn, maar kan naar elders verhuisd zijn, of wel in het gebied hebben verbleven, maar gemist zijn tijdens het aflezen, al is dit laatste door het intensieve aflezen niet erg waarschijnlijk.
Aantallen broedparen en geringde vogels
Binnen het weidegebied Buurdergrie zijn er dit jaar 185 echtparen waargenomen waarvan tenminste 1 adult geringd was. Deze broedden in de volgende deelgebieden: A: 82 echtparen, B: 34 echtparen, C: 24 echtparen en D: 45 echtparen
Binnen het onderzoeksgebied A zijn 65 echtparen waarvan beide vogels zijn geringd, 17 echtparen waarvan 1 vogel is geringd er zijn 3 echtparen waarvan geen vogel is geringd (de zogenaamde ONADs = ONgeringde ADulten). Er is een toename van 8 echtparen op het totaal van 2017 toen er in het deelgebied A nog 74 echtparen broedden. Bij de echtparen waarvan 1 vogel is geringd werd een geringe stijging waargenomen ten opzichte van 2017, nl 6 echtparen meer. Voor een deel is dit mogelijk veroorzaakt doordat de late vorst een aantal geringde vogels fataal is geworden, of dat hun conditie door die late vorst niet goed genoeg was om te gaan broeden. Van vier gemerkte broedvogels is bekend dat ze het territorium hebben verlaten en vanaf mei in de soos zijn waargenomen.
Er zijn in 2018 in totaal 42 adulten gevangen. 12 adulten hadden een of meer ringen verloren of versleten en die zijn hersteld, 24 ongeringde adulten zijn geringd en 6 adulten betrof hervangst. Er werden in totaal 99 juvenielen geringd.
Vestiging van jonge vogels
Omdat er al vele jaren Scholeksters in de Buurdergrie worden gekleurringd worden er steeds meer gemerkte juvenielen waargenomen, die terugkeren en zich vestigen. In totaal 8 teruggekeerde geringde juvenielen hebben met succes een territorium weten te vestigen in 2018. Deze dieren waren als volgt verdeeld over de studiegebieden:
Deelgebied A LG-CLYN (geboren 2010) met 3 juv die gepredeerd werden
RB-BTWL (geboren 2012) met 1 juv vlvl die geringd kon worden
LB-RLOT (geboren 2010) zonder succes
Deelgebied B
LY-CTYE (geboren 2013) met 1 juv vlvl die geringd kon worden
Deelgebied C RB-BSWH (geboren 2012) geen jongen grootgebracht
Deelgebied C RG-CHLC (geboren 2010) 1juv vlvl die geringd kon worden
LB-LKBA (geboren 2011) geen jongen grootgebracht
LY-OJCN (geboren 2012) 1 juv vlvl
In totaal wisten die 8 teruggekeerde juvenielen dus 4 kuikens vliegvlug te krijgen; een gemiddeld broedsucces van 0,5 vliegvlugge jongen per paar. Een heel goed broedresultaat, meer dan genoeg voor een stabiele populatie, maar iets onder het getal voor alle broedvogels in deelgebied A.
Reproductie
Van de 82 geringde echtparen in het deelgebied A zijn er 48 waargenomen met 52 vlvl juvenielen. Dat is gemiddeld 0,63 vliegvlugge jongen per paar – ver boven de 0,35 die nodig zijn voor een stabiele populatie. Dit hoge broedsucces werd gerealiseerd ondanks de grote droogte die deze zomer in Nederland heerste. Het is goed voorstelbaar dat dat samenhangt met het feit dat de Buurdergrie vogels af en toe ook uitstapjes naar het wad konden maken om voedsel voor zichzelf te zoeken en/of voedsel voor de jongen te halen. Op een aantal plaatsen in de weilanden werden schelpdieren gevonden die van het wad waren aangevoerd. Wel leken de jongen lichter van gewicht dan in andere jaren.
Twee echtparen, waaronder RY-YHGQ, wisten ondanks alles maar liefst 2 juv vliegvlug te krijgen (Figuur 3). Een van die jongen werd ook laat in de herfst nog gezien ( Figuur 4). Altijd spannend hoeveel van die vliegvlugge jongen de eerste winter weten te overleven, want dan moeten ze leren zelf aan de kost te komen. Het zou wel eens een moeilijke winter kunnen worden, want door de grote zomerhitte zijn de oude Kokkels massaal gestorven en er waren er al niet zo veel meer. Er is wel een goede broedval van jonge Kokkels geweest, die wel bestand bleken tegen de zomerhitte. Echter, die kleine Kokkels zijn nog niet groot genoeg om profijtelijke te zijn voor de Scholekster. Spannende tijden dus.
Figuur 3. RY-YHGQ in gebied A met twee geringd juvenielen: BRB-RNY6 en BRB-RNY8. Foto Tom Voortman.
Figuur 4. Juveniel BRB-RNY8 op de hvp 10 oktober 2018. Foto: Tom Voortman.