Van het CHIRP-broedseizoen is dringend een update nodig. Wat konden we tot nu toe bereiken, hoe ging het en wat zijn de eerste impressies?
Al weken rij ik samen met stagiair Alfred Kok met vol gepakte auto door het hele land op zoek naar de CHIRP-scholeksters, om bij nesten camera vallen te plaatsen, de scholeksters te vangen voor conditie metingen en om de nesten en kuikens te controleren.
Maar wat zouden we doen zonder alle gemotiveerde en enthousiaste vrijwilligers en alle waardevolle informatie die ze aanleveren! Ze laten me weten waar een gezochte scholekster zit, houden me op de hoogte van of ze nog aan het broeden zijn, of er al kuikens uit zijn, helpen bij vangacties en doen nog extra vangpogingen (als de eerste mislukt is) en hebben zelfs een slaapplekje over als de dag weer eens laat eindigt en voor dag en dauw begint.
Natuurlijk bedanken we ook nu al ook de betrokken agrariërs die ons op hun land laten om camera’s te plaatsen.
Maar nu even aan de slag met wat inhoudelijke dingen!
Carry-over effecten
In totaal hebben we rond de 20 nesten gevolgd (sommigen worden nog gevolgd) in de provincies Friesland, Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland en 15 scholeksters konden op het nest terug worden gevangen.
Plan was dat we de CHIRP-scholeksters, die we in de winter gevangen hebben en waarvan we de winterconditie hebben gemeten, op het nest terug te vangen en het broedsucces te meten. Helaas viel het tegen hoeveel scholeksters in hun broedgebied terug gevonden konden worden. Daarom hebben we besloten ook geringde scholeksters te volgen die binnen een straal van 5 kilometer van de CHIRP-vanglocatie zijn waargenomen afgelopen winter.
De scholeksters worden op het nest gevangen om de lichaamsconditie te meten, eieren worden opgemeten om legdatum te bepalen en er wordt een camera val geplaatst om predatie in de gaten te houden (wat leidde tot een lach maar ook een traan). Aansluitend worden de nesten alleen nog maar bezocht om de batterijen en geheugenkaart van de camera te vervangen. Als de kuikens uit het ei zijn, wordt regelmatig van afstand gekeken om te zien of ze nog leven. Omdat ze snel na uitkomst uit het ei van het nest weglopen kan met de camera val niet meer veel vast worden gelegd in de kuikenfase.
De grafiek hieronder geeft het verband weer tussen de winterconditie of overwinteringsgebied, de zomerconditie en het broedsucces. De cijfers geven de steekproef tot nu toe aan (stand: 10-6-17) aan. Natuurlijk is het niet altijd mogelijk de scholekster terug te vangen. Vooral scholeksters die al eens op het nest zijn gevangen bleken moeilijk terug te vangen. Soms heb ik ook het broedsucces van scholeksters gevolgd waarvan de overwinteringslocaties onbekend waren (vaak omdat ik op hetzelfde perceel een paartje had gevonden waar de overwinteringslocatie wel bekend was).
Verband tussen overwinteringsgebied, zomerconditie en broedsucces.
De ringgroepen: Habitat, landgebruik, predatie en camouflage
Ook in al de ringgroepen waar broedsucces gegevens verzameld worden zijn de ringers bereid voor dit onderzoek nog extra informatie over habitat en landgebruik te noteren en het beschikbaar te stellen voor CHIRP. Er zijn ook een aantal camera vallen uit het CHIRP-project naar ringgroepen gestuurd zodat ze “hun eigen nesten” voor predatie in de gaten kunnen houden. Verder worden er ook foto’s van de nesten genomen om het effect van camouflage op het broedsucces te kunnen bekijken. Naar schatting krijgen we hier gegevens van rond de 250 nesten.
Bruto territoriaal succes
En dan zijn er nog veel vrijwilligers die het BTS (Bruto Territoriaal Succes) meten op 15 verschillende locaties in Nederland. In een weidevogelgebied wordt BMP (Broedvogelmonitoring) uitgevoerd om de aantal territoria van scholeksters in kaart te brengen. Bij de laatste twee BMP-rondes worden ook de alarmtellingen genoteerd waardoor men een indicatie van het aantal jongen per paar krijgt. Dit wordt wederom gelinkt aan habitat en landgebruik.
Door al deze gegevens die door zo veel gemotiveerde vrijwilligers verzameld worden is het mogelijk op grote schaal diverse factoren aan het broedsucces te relateren.
Hieronder wat impressies van het broedseizoen 2017:
Sjerp Weima met RG-WNCP, die in 2015 geringd is door Marc van Leeuwen en vorige winter door Wim Tijsen bij Normerven (NH) is waargenomen. Op Hemelvaartsdag hebben we hem spontaan op het nest terug gevangen. Eigenlijk waren we van plan goed te kijken welke scholekster bij welke partner hoort en bij welk van de 4 scholeksternesten op het perceel. 1,5 uur zaten we te kijken zonder hem waar te nemen en we begonnen toen te twijfelen of RG-WNCP serieus op dit perceel zijn nest heeft. Plots kwam hij toch aangevlogen. Hij ging rechtstreeks naar het nest zodat we meteen duidelijkheid hadden. Binnen een half uur hadden we hem gevangen.
Wim Tijsen met de twee nieuw geringde scholeksters waarvan we de lichaamsconditie hebben gemeten. Deze twee scholeksters komen uit een wel heel bijzonder stel van drie scholeksters, die al jarenlang samen met z’n drieën broeden en daarbij bovenal heel succesvol blijken te zijn.
Vangactie van het nog niet geringde paartje dat op 10 m afstand van het CHIRP-paartje (BRP-YUC7 en BRB-C8OY) broedde. Beide vogels werden geringd, de lichaamsconditie gemeten en het broedsucces gevolgd. Nadat de eerste scholekster binnen 20 minuten op de kunsteieren onder de vangkooi ging zitten, werd de kooi een tweede keer opgesteld om ook de partner te vangen. Ook die zat er binnen 20 minuten onder. Er worden kunsteieren gebruikt zodat de “echte” eieren geen gevaar lopen om bij de vangactie door de ouders vertrapt te worden.
Laurens van Kooten laat de CHIRP-scholekster BRP-YUC7 op Texel weer los nadat we de lichaamsconditie hebben gemeten.
Wel handig als er tafel en bankje beschikbaar is voor alle spullen die nodig zijn!
Op een aardappelakker op Texel zijn vrijdag 12-5-17 de eerste CHIRP-kuikens vastgelegd op de camera val. De camera werd bij het nest van BRB-R5YX met een ongeringde partner geplaatst. Op de foto zijn beide ouders en de twee kuikens goed te zien. BRB-R5YX is op 17 januari 2017 geringd op Vlieland, waarna de eerste waarneming op Texel vier dagen later plaats vond. De vogel is voor het eerst gezien op zijn nestlocatie op 28 februari 2017.
Later die avond heeft de camera een huiskat vastgelegd, deze heeft een paar rondjes gelopen bij het nest. De kuikens zijn daarna helaas niet meer op camera verschenen en bij bezoeken aan het gebied zijn de kuikens ook niet weer gevonden...
Ook bij het nest van de CHIRP-scholekster BRP-YUC7 die ook de CHIRP-partner BRB-C8OY heeft is bij het nest een huiskat door de camera val opgenomen. De kat rook even aan het nest en liep daarna weer door.
RY-BEWZ, de partner van RG-WNCP, heeft het druk met de drie kuikens. De eerste twee waren al wat eerder geboren. Hoe het derde kuiken uit het ei komt is hier te zien. Mooi te zien is hoe RY-BEWZ de schaal wegbrengt van het nest.
Dezelfde nacht nog kwam de vos langs die een einde aan het prille leven maakte. Van de andere 4 nesten op het perceel was nog maar een nest intact na het bezoek van Reinaart.
Deze twee kuikens zijn op 26 mei in Houten geboren. Hier zijn de ouders (RY-BEWQ en LB-YTRN) bezig de jongen te voeren. Tot nu toe gaat het heel goed met ze!
En als het maar niet lukt om de onderzoekssoort te vangen, dan ringen we toch gewoon Kluten-pulletjes!