De afgelopen twee maanden zijn scholeksters steeds meer op sozen of, in het binnenland, in broedterritoria aanwezig. Onderaan is een kaart te zien met de locaties waar CHIRP-scholeksters zijn gezien van half februari t/m 13 april 2017. Er zijn een stuk of vijf scholeksters in het binnenland van Friesland/Groningen aangetroffen. Eén scholekster is in Urk waargenomen, maar sindsdien niet weer gezien. De kans is groot dat BRB-BEY5 verder het binnenland is ingetrokken. Langs de kust van Den Helder tot Den Oever worden nog steeds regelmatig scholeksters op HVP’s gezien. Ook op Texel worden veel CHIRP-scholeksters afgelezen. Een aantal scholeksters die op Vlieland geringd zijn lijken daar ook te willen broeden. BLG-WURU, bij de Balgzand polder geringd, werd op Neeltje Jans op een soos door Sander Lilipaly afgelezen. Een andere leuke waarneming is die van een scholekster die geringd is bij de Molenkolk op Texel. De vogel werd op 31 maart waargenomen op de Lofoten in Noorwegen, enkele honderden kilometers boven de noordpoolcirkel.
Om jullie voor jullie inspanning te bedanken willen we aan het eind van het seizoen vanuit het CHIRP-project een aantal kleine prijzen geven aan de aflezers die de meeste CHIRP-scholeksters op hvps/sozen of in broedterritoria hebben ingevoerd. Elke waarneming is heel erg welkom!
Schatting aantal terugvondsten
Andrew Allen heeft een schatting gemaakt hoeveel scholeksters er normaal worden terug gevonden op basis van geringde scholeksters die van 2000 tot 2016 zijn waargenomen. Hij heeft Nederland in vier regio’s onderverdeeld: westelijke Wadden (Balgzand, Vlieland, Texel, Terschelling, Friese kust), oostelijke Wadden (Ameland, Schier, Groningse kust), binnenland/ vaste land (voornamelijk waarnemingen uit Friesland, Groningen, Noord-Holland >1 km van de kust) en de Delta.
Ongeveer 29% van de geringde scholeksters die in de winter op de westelijke Wadden zijn waargenomen worden de volgende zomer in het binnenland waargenomen. Slechts 8% van de waargenomen scholeksters op de oostelijke Wadden (Schier, Ameland) worden de volgende zomer in het binnenland waargenomen. En 9% van de geringde scholeksters die in de winter in de Delta zijn gezien worden de volgende zomer in het binnenland aangetroffen. Een klein aantal trekt ook naar het buitenland zoals als voorbeeld de CHIRP-scholekster die naar de Lofoten is vertrokken. Maar het percentage is zo klein dat het niet in de grafiek is meegenomen.
Overzicht van fractie terugmeldingen in de zomer van gekleurringde vogels die in wintergebieden zijn waargenomen.
Overzicht van de gebruikte deelgebieden.
We hebben afgelopen winter 213 scholeksters in de westelijke- en 66 in de oostelijke Wadden geringd. Uitgaande van de ringaflezingen uit het verleden zouden er ongeveer 67 scholeksters in de zomer moeten worden teruggevonden (213x0,29 + 66x0,08). Echter, de berekeningen zijn gebaseerd op het voorjaar (april, mei, juni). Februari/maart en juli migreren de scholeksters en daarom zijn deze maanden niet meegenomen. Sinds 2008 waren er rond de 500 scholeksters die in het binnenland zijn waargenomen die de winter ervoor in de westelijke Wadden (Terschelling, Vlieland, Texel) hebben doorgebracht. Rond de 250, dus 50%, zijn in de maanden maart en april in het binnenland gezien terwijl de rest later in het seizoen werd gevonden. Op basis daarvan zouden er tot en met april 33-34 geringde CHIRP-scholeksters (50% van 67) in het binnenland terug kunnen worden gevonden. Tot nu toe zijn er sinds half februari 32 individuen op het vaste land waargenomen, waarvan 27 langs de kust (tot 1km van de kust) en 5 in het binnenland. Om deze scholeksters ook broedend terug te vinden wordt natuurlijk de grote uitdaging tijdens de komende weken.
Bovenstaande gaat uiteraard vooral om de migratie van winter- naar zomergebied. Het betreft dus niet alleen broedvogels.